In de stof kom je verschillende begrippen tegen. Ze zijn altijd oranje en vetgedrukt. In deze
paragraaf vind je een overzicht van alle begrippen uit dit subdomein.
Overhoring
Hieronder kun je de begrippen of de definities verbergen.
Hoofdstuk 1. Basis SQL
Query
Een vraag waarmee je data uit een database kunt opvragen.
Relatieoperatoren
Operatoren waarmee je vergelijkingen kunt maken: =, !=, >, >=, < en <=.
Boolean
Een kolomtype dat één van twee waarden kan bevatten: true (waar) of false (onwaar).
Logische operatoren
Operatoren waarmee je voorwaarden kunt combineren: AND, OR en NOT.
Escapen
De functie van een bepaald karakter ongedaan maken.
NULL
Een onbekende waarde.
ASC
Afkorting van ascending: oplopend sorteren.
DESC
Afkorting van descending: aflopend sorteren.
Hoofdstuk 2. Structuur van een database
Primaire sleutel
De kolom of kolommen die een rij in een tabel uniek maakt.
Entiteitsintegriteit
De regel die bepaalt dat een primaire sleutel geen NULL-waarde mag bevatten.
Vreemde sleutel
Een kolom in een tabel die verwijst naar de primaire sleutel in een andere tabel.
Refererende sleutel
Een synoniem voor vreemde sleutel.
Redundantie
Een verschijnsel waarbij bepaalde gegevens meerdere keren op verschillende plaatsen opgeslagen worden.
Entity Relationship Diagram (ERD)
Een diagram waarin de entiteiten en onderlinge relaties in een database schematisch worden weergegeven.
Entiteit
Een databasetabel in een ERD.
Relatie
Een koppeling tussen twee entiteiten in een ERD.
Relationele database
Een database waarbij de tabellen onderling met elkaar zijn verbonden met relaties.