Begrippen

In de stof kom je verschillende begrippen tegen. Ze zijn altijd oranje en vetgedrukt. In deze paragraaf vind je een overzicht van alle begrippen uit dit subdomein.

 
Hoofdstuk 1. Algoritmen
Algoritme
Een verzameling instructies om een probleem op te lossen.
Lijst
Een verzameling van getallen, woorden, spelkaarten e.d.
Element
Eén onderdeel van een lijst.
Gesorteerde lijst
Een lijst waarvan de elementen op een afgesproken volgorde liggen.
Ongesorteerde lijst
Een lijst waarvan de elementen niet op een afgesproken volgorde liggen.
Bestcasescenario
Een situatie waarin een algoritme het beste presteert
Worstcasescenario
Een situatie waarin een algoritme het slechts presteert
Averagecasescenario
Een situatie waarin een algoritme gemiddeld presteert
Zoekalgoritme
Een algoritme om een element in een lijst te vinden.
Efficiëntie van een algoritme
De samenhang tussen de benodigde tijd, het aantal stappen en het benodigde geheugen om een probleem op te lossen.
Hoofdstuk 2. Standaardalgoritmen
Standaardalgoritme
Een algoritme voor een vaker voorkomend probleem, zoals het sorteren van elementen in een lijst of het berekenen van een route tussen twee punten.
Sorteeralgoritme
Een algoritme om de elementen in een lijst volgens een afgesproken volgorde te sorteren.
BubbleSort
Een eenvoudig sorteeralgoritme. Hierbij doorloop je de lijst, vergelijk je elementen en verwissel je elementen – indien nodig – van plek.
MergeSort
Een efficiënt sorteeralgoritme. De lijst wordt gesplitst in deellijsten die afzonderlijk worden opgelost en uiteindelijk worden samengevoegd.
Divide-and-conquermethode
Het opsplitsen van een probleem in deelproblemen, het oplossen van deze deelproblemen en het samenvoegen van de resultaten.
Quicksort
Een efficiënt sorteeralgoritme. Aan de hand van een willekeurig element uit de lijst wordt de divide-and-conquermethode toegepast.
Pivot
Het willekeurige gekozen element in het algoritme QuickSort.
Kortepadalgoritme
Een algoritme om het kortste pad tussen een aantal punten te berekenen.
Graaf
Een schema wat gebruikt wordt om het kortstepadalgoritme weer te geven. De punten worden genoteerd als cirkels. Deze cirkels zijn met elkaar verbonden d.m.v. een lijn als er een route is tussen de punten.
Gewogen graaf
Een graaf, waarbij er naast de verbindingen tussen de punten eenheden vermeld staan.
Hoofdstuk 3. Onoplosbare problemen?
Rugzakprobleem
Een klassiek probleem, waarbij er spullen met een verschillend gewicht en waarde in een rugzak meegenomen moeten worden. Echter passen niet alle spullen in de rugzak. Doel is om de meeste waarde mee te nemen.
Correctheid (algoritme)
De meest ideale oplossing van een probleem.
Efficiëntie (algoritme)
De meest efficiënte oplossing van een probleem (zie ook ‘efficiëntie van een algoritme’).
Brute force
Een algoritme dat alle mogelijkheden langsgaat.
Oplossing benaderen
Een afweging tussen een correcte en een efficiënte oplossing van een probleem.
Handelsreizigersprobleem
Een klassiek probleem, waarbij een reiziger naar een aantal steden moet reizen. Hij bezoekt elke stad maar één keer. Hoe kan hij dit doen, door zo kort mogelijk te hoeven reizen?
Chinese postbodeprobleem
Een klassiek probleem, waarbij een postbode in een stad alle straten tenminste één keer moet doorlopen – en waarbij hij zo weinig mogelijk straten meerdere keren doorloopt.